Historie

Oorsprong en heden van Grenadiers, Jagers en Gardisten

Sinds enkele eeuwen bestaan er Grenadiers en Jagers. Uitvinding van de handgranaat in de 17e eeuw schiep de behoefte aan grote, sterke Grenadiers als ‘granaatwerper’. Berenmutsen moesten hen beschermen tegen sabelhouwen en aan de voorzijde kleurrijke uniformen moesten hen nog groter doen lijken. Na de succesvolle inzet van snelle beweeglijke eenheden met goede schutters kwaliteiten in de Oostenrijkse successieoorlog in de 18e eeuw werden overal Jagers ingevoerd. Groene uniformen hielpen hen zich als jagers aan de omgeving aan te passen. Grenadiers en Jagers zijn dus al van oorsprong geselecteerde militaire vaklieden. Omdat zij vorsten en veldheren bewaken als lijfwacht worden zij ook ‘gardist’. Tegenwoordig wordt dat garde aspect vooral getoond tijdens erediensten als Prinsjesdag (met het escorteren van de Koning in de Koninklijke Stoet naar en de Erewacht op het Binnenhof), bij Koninklijke begrafenissen en als Erewacht bij staatsbezoeken van buitenlandse staatshoofden. Het wordt zeer gewaardeerd dat leden van de Koninklijke familie regelmatig “het uniform van hun garde” dragen, evenals de gewoonte om officieren bij Koninklijk Besluit bij de garde te plaatsen en ontheffen.

‘Turf in je ransel’ , de Grenadiersmars

Turf in je ransel
Turf in je ransel
Strozak, is geen mode meer
Turf in je ransel
Turf in je ransel
Flink je kop op, deze keer 
Ieder grijpt je, ieder knijpt je
Tot je boel behoorlijk zit
Daar komt ie aan 
Geeft acht 

Kom nu maar stil gestaan
Want daar komt de generaal
Ziet me die jager eens aan
Dat had ik ook wel van zo’n vlegel verwacht.
Ik geef je een dag of acht
En als je niet oppast
Dan draag ik je voor voor overplaatsing
En de generaal
Kwam vol pracht en praal
Een prachtige statie achteraan
‘t Gevolg reed langzaam ons voorbij
Doch niemand drong elkaar op zij
En de ‘hoge’ was zeer voldaan
En zei dan ook ronduit
Kolonel, je regiment ziet er frappant en uitmuntend uit.